23.11.06

Uw reactie op het sociaal bloedbad

Het sociaal bloedbad bij Volkswagen Vorst lokt heel wat reacties uit. Laat ons ook weten wat jij ervan denkt. Klik onderaan rechts op 'comments' en schrijf je mening neer!

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Het Broeikaseffect en Volkswagen-Vorst

Is het toevallig dat De Blijde Intrede van Al Gore in Brussel (eerst Al Gore zelf, dan de film An Inconvenient Truth) de aanleiding was voor een duidelijk vanuit de hoek van de politiek en de media georchestreerde dramatische boodschap en oproep aan de bevolking: “Iedereen, jong en oud, rijk en arm, Vlaming, Brusselaar en Waal zal een inspanning moeten doen”? Of zoals de editorialist van De Morgen het (16/11/2006) omschreef: “Want als dit land echt de Kyotonormen wil halen, zullen onze politici dat niet alleen kunnen. Het zal een zaak zijn voor ons allen. Van groot tot klein. Van industrieel en minister tot huisvrouw.” In de jaren 1970 en 1980 huldigde men nog het principe dat wie het meest vervuilde, het meest diende te betalen. Nu moet blijkbaar de argeloze huisvrouw die zich van geen kwaad bewust is evenzeer boeten als een fabriekseigenaar die per dag tonnen broeikasgassen de atmosfeer in stuurt. Dat moet blijkbaar voor een demonstratie van de Belgische solidariteit anno 2006 doorgaan. In Nederland was Al Gore’s film in de herfst van 2006 aanleiding tot vinnige debatten over de toekomst van de aarde, maar het ganse gedoe ging niet gepaard met een dergelijke algemene mobilisatie van de bevolking zoals dat in België het geval was. In België wordt over de film geenszins gediscussieerd: er wordt duidelijk een sfeer gecreëerd waarin het “het is vijf voor twaalf” niet in vraag kon gesteld worden en de deelname aan de algemene mobilisatie als een vaderlandse plicht werd verkocht. Wie het in zijn hoofd haalde te zeggen “nee, het is pas zes voor twaalf” riskeerde ter plaats standrechtelijk geëxecuteerd te worden. En er wordt een “eenvoudige” moeder uit Kapelle, een Belgische Moeder Maria, opgevoerd die dat namens onze kinderen nog allemaal eens mocht onderstrepen op UN Climate Change Conference in Nairobi, waar ze natuurlijk ook een uurtje op wandel ging in de sloppenwijk Gatwekera (och god, wij hebben er ooit nog een maand gewoond in die sloppenwijken van Nairobi). Waarin verschilt de Belgische context dan van de Nederlandse?

Nederland was natuurlijk in de ban van de parlementsverkiezingen van 22 november 2006. De debatten die in die context werden gevoerd, lieten zien dat de modale Nederlander nog altijd meer begaan is met concrete dreigingen als armoede en koopkrachtverlies dan dat ze bereid haar eigen consumptie van de op deze wereld geproduceerde goederen en diensten op te geven om de kans veilig te stellen dat de toekomstige generaties zich wel zouden kunnen bezatten aan deze consumptie. Nederlanders hebben veel belangstelling voor spirituele thema’s maar ze hebben ook wel door dat het argument van de “toekomstige generaties” erg veel lijkt op het achterhaalde advies van priesters en dominees om het lijden in dit aardse leven nederig te aanvaarden in ruil voor rijstpap en een eigentijdse Mercedes in het hiernamaals.

In België kwam de cinema van Al Gore net vóór de aanvang van een als uiterst belangrijk voorgesteld sociaal overleg over de “lonen” van de meer dan 2.5 miljoen Belgische werknemers uit de privé-sector. Zo belangrijk is dat overleg dat geen enkele professioneel ingestelde journalist er enige aandacht aan besteedt, vermoedelijk kwestie van geen slapende honden wakker te maken. Het kan toch immers niet de bedoeling zijn dat naast het Planbureau, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, enkele regeringsengelen en uiteraard de opperhoofden van de sociale partners zelf, ook die 2.5 miljoen werknemers daar thuis of op café over zouden discussiëren. Een paar dorre opmerkingen van officiële instanties links en rechts dat de loonstijging beperkt moest blijven en van de ondertussen Bekende Vlaming die KMO-voorzitter Karel van Eetveld (UNIZO) is, dat loonmatiging aangewezen wil men de koopkracht behouden (sic), volstonden om de goede verstaander één en ander duidelijk te maken. Regering, werkgevers en de woordvoerders van het Algemeen Belang waren blijkbaar beducht voor de pecuniaire verlangens van die 2.5 miljoen onverantwoordelijken wiens enige functie in de bedrijven er immers in bestaat de winsten van de aandeelhouders tot nieuwe recordhoogten op te voeren: de profijten mogen immers niet onderdoen voor deze in onze belangrijkste handelspartners, de buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland.

Kortom: een goede strategie om de vakbonden en hun achterban de wind uit de zeilen te nemen zal er wel in bestaan hebben ze bang te maken met dreigende catastrofes waardoor verdere discussie over 3 dan wel 5% loonsverhoging een tijdverdrijf wordt voor mensen die in hun “wereldvreemdheid” verkiezen blind te blijven voor de werkelijke maatschappelijke “uitdagingen”. De dag volgend op het politieke hoogtepunt van de presentatie van An Inconvenient Truth in onze hoofdstad van Europa werd in België, althans in Vlaanderen, ook iets vertoond dat ze in Nederland b.v. niet zo door de strot geduwd kregen. Een voorzitter van een club van internationale experts (d.w.z. een select stel wetenschappers aangevuld door hun opdrachtgevers uit handel en nijverheid) kwam ons namelijk op het tv-journaal vertellen dat de rekening van het broeikaseffect hoe dan ook zou neerkomen op een welvaartsverlies van 5 à 20%. Of anders gezegd: loonsverhogingen voor de werknemers in de privé-sector zou ervoor zorgen dat zeker 6 van de 10 miljoen Belgen (want de wedden van de ambtenaren zullen natuurlijk snel volgen en pensioenen en allerhande uitkeringen zijn welvaartsvast) extra middelen zouden krijgen om nog meer energie te verbruiken en dus nog meer CO2, CH4, N2O, HFK, PFK en SF6 (de zes broeikasgassen die vermeld worden in het Kyoto-protocol) in de atmosfeer te slingeren, met als uiteindelijk gevolg een welvaartsverlies van misschien wel 25 à 30%. En al even snel waren de grote elektriciteitsproducenten er als de kippen bij om ons te waarschuwen dat zonder herwaardering van de kernenergie de elektriciteit voor Jan en Alleman 5 maal duurder zou worden. Hoe dan ook: looneisen worden absurd. De mensen mogen al blij zijn dat als ze hun consumptie (i.e. hun lonen) matigen het welvaartsverlies als gevolg van het broeikaseffect misschien tot “menselijke” proporties beperkt zal blijven.

In de weken vóór het sociaal overleg werd elke verantwoordelijke politicus dan ook een superecologist die ons de woorden herhaalde van de met gods hulp plots genezen Mieke Vogels (voorheen te ongeneeslijk ziek om de lijst van Groen! te trekken voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober) dat we allemaal ook binnenshuis een dikke trui moeten aantrekken en de verwarming een paar graden zachter moeten zetten. Een paar lelijke vrouwelijke parlementsleden opperden zelfs dat de wulpse politicae die in schaarse kledij de banken van het parlement vullen een lesje in burgerzin hoorden te krijgen: ook in de halfronden van Kamer en Senaat kon de thermostaat drastisch worden verlaagd. Dat het merendeel van die truien in China zal geproduceerd worden en via CO2 uitstotende schepen en vrachtwagens tot in de handelsstraten van onze steden zal moeten worden gebracht, komt in de breincircuits van onze superecologisten natuurlijk niet op.

(Toen kwam op vrijdag 17 november het nieuws over de dreigende sluiting van Volkswagen-Vorst. Uiteindelijk besliste het Volkswagen-hoofdkwartier in Wolfsburg-Duitsland in de Brusselse vestiging ongeveer 4.000 van de 5.000 banen te schrappen, met als neveneffect vermoedelijk nog eens een verlies van ongeveer 5.000 à 8.000 banen bij de toeleveranciers en onderaannemers. Onmiddellijk kwamen ter rechterzijde en bij de werkgevers de voorstellen om onze Belgische – of Vlaamse – competitiviteit op te drijven. En deze voorstellen konden via “experts” –universiteitsprofessoren allerhande, vermoedelijk zelf aandeelhouders van beursgenoteerde bedrijven - probleemloos op tv en in de media uitgesmeerd worden zonder dat de werknemers zelf of hun vertegenwoordigers maar een wederwoord kregen. Competitiviteit: wat wil dat zeggen? Alles doen opdat de aandeelhouders hun winsten zouden kunnen opdrijven via nog meer flexibilisering vanwege de werknemers, via een doorgedreven loonmatiging en langer werken voor hetzelfde of minder loon, via een verdere uitholling van de bestaande sociale rechten en de sociale bescherming, b.v. door een soepelere ontslagregeling, enzovoort. Blijkbaar stevenen we in Europa weer af op een vorming van “nationale economieën” die functioneren ten gunste van vooral particuliere aandeelhouders die kunnen rekenen op de goodwill van de nationale politieke klasse en de overheden. Om de winsten voor deze aandeelhouders permanent te verhogen, moeten de werknemers zich maar schikken in voortdurende herstructureringen en steeds verdergaande flexibilisering. Steeds meer verliezen werknemers het uitzicht op de mogelijkheid om via hun arbeid een menswaardig bestaan voor zichzelf en hun gezin te kunnen opbouwen. Nu reeds vraagt het Vlaams Belang de werknemers zelfopoffering aan de dag te leggen ten voordele van een niet nader genoemd – Vlaams – “nationaal belang”. Zij vraagt de werknemers zich beschikbaar te stellen om te werken zonder garantie dat zij voor hun arbeid een rechtvaardig deel ontvangen van de meerwaarde die ze creëren. Daarmee vertolkt het Vlaams Belang de ondernemersfilosofie van de ganse klasse van aandeelhouders en volkskapitalistische beleggers, die volgens Paul Dhoore op een paar jaar tijd hun “investering” met 179% winst kunnen zien renderen. De groeiende onderklasse van armen en laagverdieners die steeds meer dient als buffer van vlees en bloed om de wisselingen in de marktaandelen van de bedrijven op te vangen, heeft echter geen centen voorradig om haar inkomensverlies te compenseren door zich te begeven in de rol van volkskapitalist. Cynisch gezegd: voor velen onder hen wordt de keuze deze tussen crimineel worden ofwel politieagent, cipier en privé-bewaker om juist criminelen in toom te houden – m.a.w. “jobs” die beginnen te gelijken op de functies van de Gestapo en de SS in Nazi-Duitsland. Met de belastinggelden van de werknemers worden dan geen scholen en hospitalen meer gebouwd maar gevangenissen allerhande waar hun in woede en agressie omgeslagen levensverwachtingen zullen worden bekoeld.
Globaal gezien ziet het er dus naar uit dat de loonverzuchtingen van de werknemers die vergeleken met de winsten van de ondernemingen bijzonder redelijk zijn, op de tafel van het sociaal overleg zullen kunnen gecounterd worden door én het dreigend welvaartsverlies nodig om het broeikaseffect te bestrijden én het “hoger nationaal-economisch belang”.)

Anoniem zei

Dinsdagochtend werd het nieuws bekend gemaakt. Het was harder dan verwacht. Er moeten zo’n 4.000 jobs verdwijnen aan de band van VW in Vorst. De productie van de Golf wordt volledig teruggetrokken uit Vorst. De arbeiders hadden moeite om dit nieuws te verwerken. Toen de delegees het nieuws brachten, klonk de verbittering in hun stem. Hun bedrijf dat algemeen geprezen werd wegens haar efficiëntie, kwaliteit, flexibiliteit,… Hun trots werd van de kaart geveegd.

Twee derde van het personeel moet verdwijnen, maar er wordt met meer gedreigd. Het volledige bedrijf in Vorst wordt bedreigd. Het plan van de directie bestaat uit het stopzetten van de productie van de Golf zodat enkel de Polo nog overblijft. Hierdoor zouden er jaarlijks slechts ongeveer 60.000 auto’s worden geproduceerd door VW Vorst, terwijl de vestiging slechts rendabel is vanaf een productie van 200.000 auto’s. De huidige herstructurering is dus een stap in de richting van een aangekondigde sluiting. De directie wil hiermee vermijden dat er onmiddellijk een sluitingspremie moet betaald worden aan 5.200 arbeiders. De 1.500 ‘overblijvers’ zullen de enigen zijn die van een sluitingspremie kunnen genieten.

De aankondiging van VW in Vorst zal niet enkel gevolgen hebben voor de arbeiders van VW. Er zijn immers heel wat onderaannemers die ook actief zijn voor VW en soms exclusief voor VW. De aankondiging kan hierdoor een effect hebben voor duizenden arbeiders bij onderaannemers, er wordt gesproken over 8.000 banen die bedreigd zijn. De toekomst van deze arbeiders ziet er mogelijk nog slechter uit dan voor de arbeiders van VW zelf. Bij de onderaannemers zijn er veelal minder gunstige CAO’s in het geval van collectief ontslag.

De beslissing van de VW-directie is een onderdeel van een uitgebreid herstructureringsplan waarbij 20.000 banen in de groep bedreigd worden. Op die manier wil VW zowat 20% van haar productiecapaciteit in West-Europa schrappen. De directie van de groep meent dat haar vestigingen in West-Europa niet op volledige capaciteit kunnen draaien omdat de automobielmarkt verzadigd is.

“Nadat een reeks banen werden geschrapt in Duitsland, is het aan andere vestigingen om deel uit te maken van een herstructureringsprogramma om zo te komen tot optimale productievoorwaarden in de West-Europese vestigingen van Volkswagen en dus competitiever te kunnen zijn”. Dat was de boodschap van VW in een persbericht.

Een woordvoerder van VW bevestigde dat de groep ook elders mogelijkheden van een herstructurering onderzoekt. Dat is onder meer het geval in Pamplona in Spanje, maar dit zou volgens de directie niet noodzakelijk tot ontslagen leiden.

Premier Verhofstadt reageerde op de aankondiging van VW met een nationalistische retoriek. Volgens hem werd de beslissing door de directie vooral genomen op basis van “criteria van nationale belangen”. Die reactie werd ook gevolgd door een aantal vakbondsleiders. Maar dit verbergt het echte probleem: de automobielsector bevindt zich in een overproductiecrisis als gevolg van een fenomeen dat bekend is en steeds terugkomt in een kapitalistische economie: door de technische vooruitgang en de toename van de flexibiliteit neemt de productiviteit toe (met 2 tot 3% per jaar in de autosector). Tegelijk zorgen de politiek van besparingen, privatiseringen en druk op de lonen ervoor dat de koopkracht van de arbeiders afneemt. Hierdoor kunnen ze niet terugkopen wat ze produceerden.

De toegevingen van de Duitse arbeiders van VW (die onder meer instemden met een verlenging van de arbeidsduur zonder loonsverhogingen) vormen slechts één van de vele voorbeelden van de patronale logica.

Het heeft geen zin om vandaag op te komen voor een politiek om het aantal ontslagen in Vorst te beperken door meer te besparen in Wolfsburg of door de ontslagen af te wentelen op de vestiging in Pamplona. Het zal erop aankomen om samen in solidariteit op te komen voor het behoud van jobs en voor een verdeling van de geproduceerde rijkdom.

Want rijkdom is er. Ondanks het algemeen probleem van overproductie en een ontgoochelende verkoop van de Golf, maakte VW in 2005 toch een recordwinst van 1,12 miljard euro, zowat het dubbele van het jaar ervoor. Maar toch wordt ons door alle “experten” gezegd dat ontslagen in de automobielsector onafwendbaar zijn.

Wij stellen ons daar toch (minstens) twee vragen bij:

- Waarom moeten we steeds opnieuw de aanvallen op de lonen aanvaarden, de toename van de flexibiliteit, de fiscale cadeaus aan de bedrijven als die toch overgaan tot massale ontslagen of zelfs sluitingen?
- Kunnen we enig vertrouwen hebben in onze verkozenen als die zich enerzijds geschokt tonen bij ontslagen, maar anderzijds op politiek vlak verantwoordelijk zijn voor een beleid dat de rode loper uitrolt voor de strategie van multinationals om de concurrentie verder op te drijven om zo de winsten te verhogen op onze kap?

eric rosseel zei

Op onze commnet hierboven kregen we van de kritische filosoof Johan Sanctorum (animator van de overigens zeer lezenswaardige website Visionair België) volgende reactie: “Zolang de overheid op een populistische manier miljarden cadeau doet aan 'buitenlandse investeerders' die komen en gaan wanneer ze willen, zal dit soort drama's zich herhalen. En zolang we in een maatschappij leven die drijft op de cirkel 'consumeren - meer verdienen om nog meer te consumeren', zullen werknemers ingeschakeld worden in een zinloos productieproces, waarvan ze volgens U blijkbaar ook de zin niet mogen in vraag stellen. Tegenover landen als Duitsland (of all places..) staan we inzake hernieuwbare energie nergens. Dat hebben we te danken aan een neoliberaal regime dat de autocultuur zeer toegenegen is, en eigenlijk lacht met het milieuverhaal.” Drie punten komen in zijn reactie naar voren: 1. de afhankelijkheid van ‘buitenlandse investeerders’; 2. de cirkel “consumptie – meer loon voor nog meer consumptie” en 3. het probleem van onze energiehuishouding en het neoliberalisme. Gooien we even een licht op deze drie punten.

1. de afhankelijkheid van ‘buitenlandse investeerders’. Het probleem is niet dat we afhankelijk zijn van ‘buitenlandse’ (of ‘binnenlandse’ of desnoods ‘buitenaardse’ investeerders). Het probleem is dat we tegenwoordig geen enkele vorm van democratische controle meer hebben over de transnationale ondernemingen en hun logistieke clubs die er zonder veel tegenwind in slagen de wetenschappelijke en technologische ontwikkeling volledig naar hun hand te zetten en die op die manier elke zelfbeschikking van de mensen over hun leven en samenleven én het ecologisch aanzien van de aarde volledig en zonder scrupules ondergeschikt maken aan de winsthonger van een beperkt aantal kapitaalbezitters. Juist omwille van het ontbreken van die democratische controle op de besteding van de maatschappelijke productiekracht zijn nationale en regionale regeringen gedwongen allerlei cadeau’s uit te delen om het ‘investeringsklimaat’ op te trekken in de regio of de natie waar ze politieke verantwoordelijkheid dragen (gelden die moeten onttrokken worden aan de budgetten die we anders zouden kunnen voorzien voor onderwijs, gezondheidszorg en andere sociale programma’s). In het verleden zijn we erin geslaagd de nationale economieën die het liberale kapitalisme voortbracht, bij te sturen zodat de ‘gewone mensen’ min of meer konden delen in de gecreëerde rijkdom. We konden dit doen dankzij nationale politieke partijen, vakbonden, mutualiteiten, e.d., gesteund door intellectuelen die voeling hadden met de ‘gewone mensen’. Er werd vanuit bepaalde “orthodoxe” hoeken kritiek gespuid op dit op nationale leest geschoeide weerwerk, maar al bij al werd (de illusie van) een welvaartstaat voor iedereen min of meer gerealiseerd (althans in de moederlanden van het kapitalisme). In het geglobaliseerde mondiale kapitalisme is de democratische controle en inbreng op de economie en de verdeling van de “koek” echter volledig weggevallen. Het probleem is dus niet dat de investeerders ‘buitenlanders’ zijn, maar dat ze hun gang kunnen gaan zonder wie dan ook verantwoording te moeten afleggen. Zowel syndicaal als politiek komt het er dus op aan op mondiaal niveau tegenkrachten te ontwikkelen die de zeggenschap over de kapitaalsbewegingen overnemen en deze aanpassen aan de behoeften, noden en verlangens van het geheel van de wereldbevolking. Het Kapitaal zal dan eindelijk ophouden “kapitaal” te zijn, geld dat meer geld moet genereren, maar het zal een arsenaal productiemiddelen worden dat kan ingezet worden op basis van wat de mensen op basis van gezamenlijk overleg beweren nodig te hebben en te willen. De oplossing is dus niet dat nationale overheden moeten verzaken aan de neiging om met allerhande “cadeau’s” de investeerders naar hier te lokken maar dat de machtswanverhouding tussen nationale overheden (i.e. bevolkingen die leven op een bepaald territorium) en transnationale ondernemingen moet worden opgeheven door de uitbouw van een planetair georganiseerde of geassocieerde democratie. De nationale politici en overheden, zeker in het Europese continent dat planetair aan belang inboet, hebben nu enkel de keuze tussen naar de pijpen te dansen van de multinationals (om voor hun kiezers het onderste uit de kan te halen) óf hun bevolkingen zonder meer te laten verarmen. Het idyllische perspectief van deze verarming is op Belgisch en Vlaams niveau misschien zinvol voor een paar wijzen en spirituele kluizenaars, maar de meesten onder ons zal ze dwingen met bitterheid in de mond genoegen te nemen met jobs in evenzeer met failliet bedreigde KMO’s met veel lagere lonen en zonder de minste syndicale bescherming. De jeugd zal ongetwijfeld zichzelf aansporen tot criminaliteit, alcoholisme en drugverslaving allerhande, tot acties van politieke desperado’s, tot intrafamiliaal geweld (net vandaag 22 november wordt Frankrijk opgeschrikt door een rapport over de omvang van het intrafamiliaal geweld), en tot nog meer van dat fraais: kortom een proces van sociale ontwrichting dat alleen perspectieven biedt aan mensen die Hitler of Pinochet als idool gekozen hebben.

2. de cirkel “consumptie – meer loon voor nog meer consumptie”. Filosofisch is het meer dan een strijdpunt of de menselijke geschiedenis (en de “consumptiemaatschappij” is een moment in deze geschiedenis) als een cirkel kan worden voorgesteld. Het Einde der Tijden (Hegel’s Einde van de Geschiedenis) zal misschien een soort terugkeer zijn maar dat Einde zal nooit samenvallen met het Begin. Overigens is ook de natuur en het leven op aarde geen cirkel maar een nooit ophoudende beweging van vallen van oude vormen en opstaan van nieuwe. De mens kenmerkt zich er door dat hij de natuurlijke omgeving waarin hij leeft, omgevormd heeft tot een wereld waarin de mens woont (om het aan het adres van een filosoof als Johan Sanctorum even heideggeriaans te zeggen). “Consumptie” is eigenlijk niet meer dan het deelnemen aan en het genieten van deze door mensen voortgebrachte wereld en zoals Marx reeds analyseerde in zijn Grundrisse zijn productie en consumptie de twee keerzijden van dezelfde medaille. Het probleem is dan niet de “cirkel meer productie (meer loon) – meer consumptie” maar de vraag naar wat er wordt geproduceerd en in hoeverre deze productie het leven van iedereen en het samenleven van iedereen met iedereen aangenamer en aantrekkelijker maakt. Het scheppen van nieuwe vormen op basis van de ontwikkeling van de productiekrachten en het aangaan van productieverhoudingen tussen mensen onderling beogen in principe het leven van de mensensoort te bestendigen en de mensheid toe te laten te worden wat zij in potentie is, of althans toe te laten te beslissen of zij deze potenties al dan niet ten volle wil realiseren. Momenteel zit de productie van deze wereld echter gevangen in een proces van kapitalistische toeëigening waarbij het overgrote deel van de wereldbevolking pionnetjes zijn in een project dat het hunne niet is, dat ze amper begrijpen en ook amper begrijpen kunnen en waarvan de realisatie hen ook volkomen ontsnapt. Meer zelfs: de richting van het “project” ontsnapt zelfs aan diegenen die het project uittekenen en telkens weer zien we dat het kapitalistisch project (dat dus niet echt een “project” is) uitmondt in massale vernietiging van leven (van zowel mensen, dieren als planten) én van delen van de door mensenkunst geschapen wereld. De vernietiging neemt zelfs steeds grootschaligere vormen aan en nu al bereiden de legers van de NATO zich voor op oorlogen waarbij via beïnvloeding van de atmosfeer en de ionosfeer gehele regio’s in één klap fysiek en psychisch kunnen worden uitgeschakeld. Dat onze Belgische arbeiders en bedienden op één of andere manier “medeplichtig” zijn aan dat systeem net zoals de Indonesische sukkelaars die met het ontbossen van ganse regio’s en de rook en walm die daarbij geproduceerd wordt miljoenen tonnen broeikasgassen de atmosfeer in jagen, is “filosofisch” juist maar kan hen vanuit geen enkele ethica of moraal ten kwade worden geduid. Arbeiders en bedienden die alleen hun handen en hersens hebben om zich een leven te maken, hebben geen andere keus dan zich te verbinden met kapitaalsmiddelen die de hunne niet zijn en hun strijd om deel te hebben aan het genot van de waren die ze produceren is historisch gezien een rechtvaardige strijd. Opdat werknemers zouden kiezen om zich niet langer in te schakelen in dat waanzinnig proces van “meer consumptie” moeten ze uitzicht hebben op een ander en aangenamer leven dan wat ze zich nu binnen de kennis die hun (amper) wordt verschaft, kunnen voorstellen. Opdat ze zich zouden bezinnen over de zin van het kapitalistisch systeem, moet deze bezinning voor hen een realistische zin hebben. Hen voorstellen met het ganse gedoe op te houden en simpelweg te genieten van de sterren aan de nachtelijke hemel terwijl de rest van de wereld rijker wordt (en straks zelfs op reis kan gaan naar de maan) is een vorm van religieus opium dat Franciscus van Assisi eeuwen geleden al heeft bedacht maar dat alleen voor rijke boeddhisten (die overigens van de historische en sociale betekenis van het boeddhisme niet veel begrepen hebben) een uitweg biedt voor hun veelal enkel op individueel niveau ervaren zondebesef. Een soort morele bekering van de mondiale arbeidersklasse is historisch gezien gewoon uitgesloten: wat wel perspectief kan bieden is het materieel uitzicht op een leven waarbij mensen elkaar niet uitmoorden en waarbij de wereld die de mensen scheppen niet moet uitmonden in het ondermijnen van haar ecologische basis in de natuurlijke wereld. En daar zit alles klem: de westerse intelligentsia en meer en meer ook de Wetenschap (niet iedere wetenschapper afzonderlijk) doen er alles voor om het uitzicht op een dergelijk leven onmogelijk te maken. “Filosofisch” kan men natuurlijk zeggen dat de “desindustrialisering” van West-Europa (met b.v. het verval van de automobielindustrie) honderdduizend mensen bevrijdt van het weinig creatieve werk aan de “lopende band”, maar deze bevrijding moet een optie zijn van deze mensen zelf binnen een realistische korf van gelijkwaardige alternatieven en niet een scenario dat bedacht wordt om een paar aandeelhouders te plezieren en hen de inkomsten te verschaffen om een lap grond op de verkavelde maan te kunnen kopen. In die zin is ook globalisering op zichzelf geen euvel. De vraag is alleen: welke globalisering en wie over welke globalisering beslist! Het gaat er dus hoe dan ook niet om de werknemers te overtuigen dat ze minder moeten consumeren: in vergelijking met wat ze aan waarde voortbrengen, consumeren de werknemers proportioneel veel te weinig! Het is ethisch schandalig te beweren dat wij allen, d.i. de gewone werknemer die zijn auto 1 à 2 uur per dag gebruikt om naar zijn of haar werk te rijden en de kinderen van school te halen, verantwoordelijk zijn voor de Belgische of Europese CO2-uitstoot. Die verantwoordelijkheid ligt hoe dan ook veeleer bij de bijna even talrijke vrachtwagens die omzeggens 24 op 24 uur rondbollen over onze autostrades om in te staan voor een just-in-time systeem waarmee een paar duizenden stinkend rijk worden en de chauffeurs een kruimeltje mogen van meepikken. Beste Johan: wij stellen dus helemaal niet dat de arbeiders de “zin van dat zinloos productiesysteem” niet in vraag mogen stellen. Wij beweren alleen dat zij deze zin slechts zinvol in vraag kunnen stellen wanneer zij een uitzicht hebben op een leven dat in materieel en immaterieel opzicht gelijkwaardig is aan het leven dat ze nu kunnen leiden met hun pogingen om “steeds meer te verdienen” (een motivatie die in psychologisch opzicht overigens de meeste arbeiders vreemd is).

3. het probleem van onze energiehuishouding en het neoliberalisme. Johan Sanctorum schrijft ons dus dat onze achterstand op b.v. Duitsland qua hernieuwbare energie te danken is aan ons neoliberaal regime dat de autocultuur bevoordeelt en het milieu aan zijn laars lapt. Tiens: dit is toch wel de eerste keer dat we moeten lezen dat Duitsland niet neoliberaal zou zijn en België een soort kampioen van dat neoliberalisme. We vragen ons al meteen af hoe men nationale gradaties kan aanbrengen in zoiets als het neoliberalisme als het neoliberalisme precies een wereldsysteem is dat een welbepaalde globalisering doorvoert die haaks staat op deze die wij in gedachten hebben als we de Internationale zingen. Men kan natuurlijk stellen dat Nederland b.v. het marktmechanisme in meer domeinen van de openbare dienstverlening heeft ingevoerd dan België, maar België heeft dan weer meer gedaan om het investeringsklimaat aantrekkelijker te maken voor binnenlands en vooral buitenlands kapitaal. Er is ook niets neoliberaals aan de promotie van de auto: indien om één of andere historische redenen de binnenscheepvaart of het treinvervoer winstgevender was geweest, dan hadden zich daar meer ondernemingen genesteld en zou het aantal transportbedrijven dat met vrachtwagens werkt beduidend lager zijn geweest. Johan Sanctorum heeft ongetwijfeld gelijk dat het Belgische beleid de autocultuur zeer genegen is maar zoals reeds gezegd en zoals hij zelf op zijn e-zine aanhaalt gaat het toch in de eerste plaats om de vrachtwagencultuur en dat in een poging België het logistieke centrum van Europa te maken. Ook de keuze voor b.v. kernenergie of hernieuwbare “groene” energie heeft niets van doen met neoliberalisme of niet: in beide gevallen gaat het om de productie van energie door bedrijven die op basis van het marktmechanisme en de open concurrentie gericht zijn op winstmaximalisatie. In België (en ook in Frankrijk b.v.) hebben de elektriciteitsproducenten de voorbije halve eeuw sterk en omzeggens uitsluitend geïnvesteerd in kernenergie en door hun monopolie een bijzonder groot marktaandeel kunnen verwerven: vanuit die positie slagen zij er blijkbaar in, ook via efficiënte politieke lobbying, de perspectieven voor kernenergie open te houden. Maar de strijd gaat niet tussen een “neoliberale” kernenergie en een gesocialiseerde productie van bio-energie, zoals sommige ecologisten lijken te insinueren. Wel gaat het om een gevecht voor grotere marktaandelen van diverse energieproducenten waarbij de producenten van bio-energie evengoed als de anderen “neoliberale” actoren zijn die zich manifesteren in de sector van de klimaatbeheersingsindustrie die in de toekomst snel belangrijker zal worden. “Belangrijker”: m.a.w. meer kansen voor winstgevende investeringen waarbij de risicovolle research naar goede gewoonte met gemeenschapsgelden zal worden betaald en de winsten van de vrij risicoloze commercialisering geprivatiseerd zal worden door nieuwe kapitaalkrachtige ondernemers die in Vlaanderen, omdat het in den beginne om “familiale” KMO’s zal gaan, blijkbaar geacht worden hogere ethische standaarden te hanteren. Maar in alle gevallen gaat het om bedrijven voor wie de milieuproblemen maar een aanleiding en een middel zijn om tegen de laagste kost de hoogste winst te realiseren. De maatschappelijke conflicten rond deze zogenaamde “eco-ondernemingen” zijn inmiddels al ingezet. Zo b.v. in het Limburgse Budingen, tussen Waanrode en Zoutleeuw, hebben de buurtbewoners en mensen van Natuurpunt geprotesteerd tegen de inrichting van een agrarisch bedrijf dat al zijn energie zou halen uit zijn eigen biomassa. Het “eco-hof” van een zekere Erik Van den Bosch zou ingeplant worden in de rustige velden van de Klottenbergstraat, een geliefkoosd oord voor wandelaars en fietsers. Volgens de actievoerders is het “eco-hof” weinig meer dan een industrieel project dat 70% van zijn groene energie zal verloren laten gaan en zich eigenlijk vooral zal toeleggen op de commerciële kweek van oesterzwammen en tilapia’s (een soort Afrikaanse warmwatervissen; wie de restaurantjes in de Afrikaanse Matonge-wijk in Brussel kent, zal wel al zo’n lekkere vis gegeten hebben). Volgens specialisten zal het bedrijf eigenlijk zelf voor meer CO2-uitstoot zorgen en zo resulteren in een plaatselijk broeikaseffect. De actievoerders willen verhinderen dat de groene certificaten, milieuvergunningen en zo waarmee de regering ecologische projecten wil steunen, massaal misbruikt worden door slimme ondernemers die alleen maar uit zijn op poenpakkerij.
En wat hernieuwbare energie betreft: alle energie vernieuwt zich in de natuur. Ook kernafval eigenlijk, alleen is het voor de mens vooralsnog een uiterst gevaarlijk goedje. Met biogassen zoals stortgas (gevormd bij de vergisting van organisch afval op vuilstortplaatsen), rioolgas (gevormd bij vergisting van organisch afval in rioolwater) en industrieel germentatiegas (dat ontstaat bij de vergisting van organisch materiaal dat vrijkomt uit industriële processen zoals de verwerking van papierpulp of aardappelresten) werd vroeger ook niets aangevangen. Nu kunnen die biogassen door de verwerking van biomassa worden omgezet in bio-energie waarbij per saldo geen extra CO2 vrijkomt (een zogenaamde gesloten koolstofkringloop: er komt bij de omzetting in elektriciteit of warmte net zoveel CO2 vrij als eerst door planten en bomen was opgenomen voor met name de groei). Koolzaadolie werd vroeger ook eerder ongemoeid gelaten: het koud persen van koolzaadolie vraagt zelf veel energie en de perskoek werd enkel als krachtvoer voor vee gebruikt. Nu heeft koolzaadolie een mooie toekomst als basis voor biodiesel en beginnen veel landbouwers met overheidssteun koolzaad te telen. Het begrip hernieuwbare energie is dus vrij relatief: in de natuur wordt alle energie “hernieuwd”. Maar pas als we er technologisch in slagen een bepaalde energie in een nieuwe voor de mens bruikbare kringloop te integreren, spreken economen van “hernieuwbare” energie. Voor de nazi’s was het lichaamsvet van de joden en andere zedenbedervers b.v. hernieuwbaar: ze maakten er blijkbaar zeep van. Als we kernafval zullen kunnen recycleren, zal ook kernenergie hernieuwbare energie zijn. En als we de ozon en het CO2 in de atmosfeer zouden kunnen recupereren, zouden ook onze fossiele brandstoffen zoals petroleum hernieuwbaar worden en was er helemaal geen broeikasprobleem. Het energieprobleem is dus relatief: misschien wordt het met nieuwe technologische vondsten op middellange en lange termijn wel keurig opgelost. Wij verwijten China en India dat ze zich niet bekommeren om het energieprobleem en praten hen aan dat ze met hun economische groei zullen stikken in hun eigen CO2, vervuiling en afval. Misschien hopen we dat alleen maar en gunnen we hen in onze jaloezie hun economisch succes niet. Misschien zullen de Aziaten eerder dan ons nieuwe creatieve oplossingen vinden voor het energieprobleem. Wij, Vlamingen, geobsedeerd door het “sparen” van van alles, opteren natuurlijk liever voor energiebesparing en maken onszelf wijs dat we minder moeten consumeren en onze welvaart moeten opgeven voor meer “welzijn” (wat dat ook moge betekenen: vermoedelijk zoiets als leren “genieten” van wat je niet hebt en waarvan anderen wel kunnen genieten en die we als goede christenen dan milieu-criminelen zullen noemen die onze God wel zal verdoemen tot de hel). Alles is bij ons “sparen” geworden alsof dat de milieuproblemen echt oplost: wij worden aangespoord onze verlangens te matigen (en dus ook onze lonen) en met “medelijden” en minachting neer te kijken op de rijken hier en de gewone mensen aan de andere kant van de wereld die er vermoedelijk in de nabije toekomst wel zullen in slagen de reikwijdte van de realisatie van hun verlangens te verbreden. Psychoanalytici zouden zeggen dat wij Vlamingen anaal-gefixeerd zijn: onze stront zoveel mogelijk in onze darmen houden. Is dat het bruin-groene alternatief waar onze Johan Sanctorum op zijn e-zine Visionair België voor pleit?